Op 1 februari 2013 vonden in Zeeland en Brabant diverse herdenkingen plaats vanwege de watersnoodramp van zestig jaar geleden. De Historische Vereniging nodigde 2 februari 2013 ooggetuigen uit om hun eigen ervaringen aan de rampnacht te vertellen. Vanaf vandaag de komende week enkele van deze verhalen op onze site.
Eerder gebeurde dat al in de Historische reeks deel 12, dat werd uitgegeven in 2003 bij de vijftigjarige herdenking. Daarin staan ook enkele verhalen van Werkendammers. De verhalen die in 2013 zijn opgetekend vormen daarop een aanvulling. Herinneringen van de mensen die de watersnood en de gevolgen aan den lijve hebben ondervonden. Tijdens de rampnacht bleef in Werkendam alleen een deel van de Hoogstraat gespaard voor wateroverlast. Het water kwam zelfs zo hoog dat het over de Vissersdijk en de Zandwei de Vervoornepolder instroomde. De omliggende polders, zoals de Burchtpolder kregen twee meter water en ook in de Biesbosch liepen de polders vol.
In het boekje ‘Werkendam, Luctor et Emergo’ beschrijft Thomas Westerhout dat de gemeente Werkendam al voorzorgsmaatregelen had genomen: op Zevenhuizen en in de Zagerij maakte men bekistingen en een dam op de Uitbreiding noemde, ter hoogte van de Burchtstraat. Extra zandzakken en klei voor de bekisting werd door de gemeente aangevuld en het gemeentepersoneel, onder vastberaden leiding van burgemeester De Bruijne, stond stand-by. ’s Nachts werd duidelijk dat de toestand kritiek zou worden: de noordwesterstorm werd een orkaan en de dijkgraven constateerden op het moment van laagwater, dat het water tientallen centimeters hoger stond dan bij een normale waterstand bij hoogwater.
Uit voorzorg had burgemeester de Bruijne in de nacht van 31 januari op 1 februari de Nutszaal (centrale keuken en opvang) en de Hervormde school op de Hoogstraat als evacuatielocatie ingericht, daar konden de bewoners naar toe. Kraamvrouwen en hun baby’s werden opgevangen bij het doktersechtpaar Beijerman op de Hoogstraat. Veel bewoners zijn ook korte tijd geëvacueerd naar hoger gelegen plaatsen in Brabant. Militaire en andere bijstand werd verleend door de gemeente Gorinchem.
Uiteindelijk bleek dat van de 1850 woningen in Werkendam, een krappe 200 niet met wateroverlast te maken kregen. 90% van het dorp was ondergelopen en zwaar gehavend, maar gelukkig waren geen personen verdronken of van uitputting bezweken. Dit in tegenstelling tot de zwaar getroffen dorpen Hank, Kille en Nieuwendijk.
Het verhaal van: Teus voor den Dag (15-8-1943)
Teus voor den Dag, toen negen-en-een-half jaar oud, woonde aan Sleeuwijksedijk 22. Hij werd samen met zijn broertje en zus (de oudste zus was niet thuis) in de zaterdagnacht van 31 januari op 1 februari door zijn vader naar beneden gehaald om daar te slapen. Hij herinnert zich levendig de schuimvlokken op de ramen. Ook waaide plantmateriaal over de dijk.
Noodweer
De stroom viel uit en petroleumstellen gaven een zacht schijnsel. ‘We hadden ook geen radio en we wisten dus niet wat er aan de hand was. Het werd ontzettend noodweer. Vroeg in de ochtend, ik denk rond half 7, kropen we op handen en voeten de dijk op wat nogal gevaarlijk was omdat de telefoonpalen aan de buitenkant, toen allemaal bovengronds, omgewaaid waren. De draden lagen op de dijk. Ook de elektriciteitsdraden lagen overal, die lagen binnendijks. We zagen dat het water ongeveer middendijks stond en dat er golfjes water en schuimvlokken over de dijk sloegen. Om 9 uur zijn we weer opnieuw naar boven geklommen en toen zagen we één grote watervlakte tot aan Hardinxveld toe. Het water lag vol drijfhout en ook lag er allemaal geffel (kort riet). Ik was angstig en dacht ‘nu vergaat de wereld’. Thuis waren ze ook in paniek, ze dachten dat God strafte. Rampen gebeurden bij een ander, maar nu hier, dus God kwam wel heel dichtbij. We zaten in zak en as, wat moesten we nu doen?’
Buurvrouw Maaike Koek-Visser kwam overleggen. Voor den Dag: ‘De Koeken waren wat heldhaftiger, die vonden dat wij ons veel te druk maakten, er was immers nog steeds geen water in huis. Zij zetten ook geen spullen naar boven. Wij, en ook anderen, hebben wel de aardappelen uit de kuil gehaald en de kelder vol weckpotten leeggehaald en alles veilig, ook de inboedel, boven gezet. De bijenkasten van mijn vader, die in de boomgaard van Kees van der Stelt stonden, hebben we naar een hoger punt gebracht. De kippen en de varkens hebben we naar de boerderij van Jooren gebracht. Zo hebben we de hele zondag lopen sjouwen.’
Ramp
Vader voor den Dag is ’s morgens weggegaan naar D’n Bol, de laadplaats van Dirk Koek aan de Sleeuwijksedijk. Op dat punt was de dijk bijna doorgebroken, maar de brandweer van Sleeuwijk heeft met veel stuurmanskunst een binnenvaartschip dwars in het gat gevaren. Zandzakken, rijshout, alles wat maar voorradig was ging in het schip. Voor den Dag: ‘Als die dijk door was gebroken, dat was een enorme ramp voor Sleeuwijk geweest.’
Van de buitenwereld afgesneden wisten de dijkbewoners niet wat zich in Werkendam, laat staan in Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden afspeelde. ’s Middags mag Teus, na lang zeuren, met zijn vader mee naar Sleeuwijk. ‘Bij de oprit van de brug, die al in 1939 was aangelegd en waar ik altijd speelde met Broer (Marinus) Koek, stonden twee draglines te draaien. Die pakten grote happen zand en daarmee was iedereen zakken aan het vullen, om de dijk te verstevigen. Het punt was in beslag genomen door militairen. De veerpont legde aan bij het Hoekeinde, om mensen te evacueren naar Gorinchem. Voor mij als kind was het allemaal best beangstigend. Je bent klein, dus alles lijkt nog massaler dan het is. Overigens werden koeien ook geëvacueerd, die stonden later bij pakhuis De Hoop en ook wel gewoon op straat. Dan ging ik mee voeren en melken.’
Bijen
’s Avonds om half zeven komt het water binnen bij de familie Voor den Dag. ‘In de middag erna kwam water van de andere kant, je zag het breed worden en vol water staan. Met het zonlicht erop leek het wel een zilveren rol die op je afkwam, wat natuurlijk een vloedgolf was. Die middag wisten we ook pas wat er in Zeeland gebeurd was. We hebben ongeveer 80 cm water in huis gehad en het heeft wel drie maanden geduurd voor alles weg was. Met de tijd van de appelbloesem stonden de bomen nog in het water, je kon er niet bijkomen. Onze bijenkasten vonden we terug aan de Keetjes (nu ongeveer waar het fietstunneltje door de Werkensedijk is). Ondanks dat de witte letters pvvd op de blauwe kasten duidelijk aangaven dat ze van ons waren, mochten we ze van de politie niet mee nemen. Mijn vader kwaad natuurlijk. Driekwart van de bijen was verdronken.’
Teus herinnert zich verder nog dat Rien Koek met zijn platbodem door het Hulpgat tot aan de Zanddijk in Nieuwendijk kon komen over zo’n 50 tot 60 cm water. Verder waren kozijnen uit de woningen gehaald, zodat je via een stellage zo naar binnen kon. Geslapen werd er op zolder met z’n allen. Later heeft Teus nog boekjes van de Rehobothschool uit proberen te vouwen, omdat door het water alles aan elkaar was geplakt. ‘Bij de ingang was een groot gat geslagen, de school stond onder water en die boeken waren wel drie keer zo dik geworden.’ Na al die jaren met een glimlach: ‘Natuurlijk hielp dat ‘uitvouwen’ niet.’
Eerder gepubliceerd in Effe Lústere, maart 2013. De verhalen zijn opgetekend door Hannie Visser-Kieboom (Cees van der Pijl, Tinus Koman, Riet den Haan-Westerhout, Jaap van Oord, Joke van Kooij, Piet van Berchum, Cor van Oord- van den Steenhoven, Antje van Vuuren- de Heus, Huib Paans, Grieta Pruissen, Arnoldus Visser, mevrouw De Kraker-Verlinde), Corine Koek-Maasdam (Teus voor den Dag, Christien Los-van de Steenhoven, Alie van Straten-de Waal, Co Kadijk, Teus van den Berg, Co van Oord, Kees van Elzelingen en Cees van Oord) en Nel van As (Berta de Keizer en Paulina Kooijmans).
All members in Sale – Hoo enjoy equal acdess to
all off the site services and benefits. It’s recommended that you
make sure that the shirt you are buying is made by
the genuine brand. For the girl who loves to shop forr clothing, the recent economic downturn has been both a
bleesing and a curse.
Yes! Finally someone writes about DOC.